dinsdag 14 februari 2012

Interview met Jan Kortsmit


De Vlissingse Bode besteedt deze week weer aandacht aan de Dichter bij de Zee. Eugène de Kok interviewde Jan Kortsmit en vroeg hem naar zijn doelstellingen en plannen. Hieronder volgt de integrale tekst van het interview.

VLISSINGEN – Een volksdichter noemt Jan Kortsmit zichzelf. De Vlissinger, die onlangs werd verkozen tot eerste Dichter bij de Zee, wil dat iedereen zijn gedichten leest en kan begrijpen. “Niet te veel poespas”, zegt hij. “Dat hoort ook bij Vlissingen.”
DOOR EUGÈNE DE KOK
Jan Kortsmit won de door Bibliotheek Vlissingen georganiseerde wedstrijd met het gedicht ‘De strandpaal’. Hij kreeg de meeste stemmen van het publiek (33 procent van de ruim 700 stemmen) en ook de jury zag in hem de winnaar. Tijdens de prijsuitreiking op de Nationale Gedichtendag eind januari was Kortsmit echter met vakantie. “Omdat je de stemmen een tijdje kon volgen op internet kwam het niet echt als een verrassing. Mijn voorsprong zag ik steeds groeien. Het had raar moeten lopen als ik die nog was kwijt geraakt”, lacht hij. “Op de prijsuitreiking heeft mijn zoon heeft het gedicht voorgedragen. Ik heb begrepen dat hij dat met verve heeft gedaan.”
‘De strandpaal’ is volgens hem een typisch Vlissings gedicht. “Een Limburger of Brabander zal er weinig van begrijpen. Als je zoiets wilt snappen moet je je een keer hebben open gehaald aan de pokken op een paal en moet je nieuwe jas ooit zijn besmeurd door groene algen. Een Vlissinger kent dat gevoel wel.” De 62-jarige Kortsmit vindt de uitverkiezing een eer. “Ik woon al heel lang in Vlissingen en denk dat ik de stad goed genoeg ken om er iets over te vertellen. Alles wat de stad in een goed daglicht zet, juich ik toe. Ik lever daar met mijn gedichten graag een bijdrage aan.”
De benoeming tot Dichter bij de Zee is voor twee jaar. In die periode schrijft hij minstens twaalf gedichten. Kortsmit wil zowel inspelen op de actualiteit als tijdloze gedichten maken zoals ‘De strandpaal’. Wat hem betreft zijn ze voor iedereen bestemd. Hij noemt zichzelf een volksdichter en voelt zich verwant met iemand als Driek van Wissen, de in 2010 overleden Dichter des Vaderlands tussen 2005 en 2009. “Vlissingen is een werkstad en de inwoners zijn recht voor hun raap. Zo wil ik te werk gaan. De gedichten moeten niet te zweverig zijn. Ik dicht ook voor de gewone man. Hij moet na twee regels niet afhaken, omdat hij het niet begrijpt. Ik ben content als zij zich in de eerste twee regels van een gedicht van mij herkennen.”
Bètawoestijn
Voor sommigen in zijn omgeving kwam de benoeming als een verrassing. Er waren kennissen en collega’s die niet wisten dat hij bezig was met poëzie. Toch schrijft hij al zijn hele leven. “Ik kom uit de bètahoek en werk bij de gemeente Veere in de wereld van keien en stenen. Hoewel de meeste van mijn collega’s weinig op hebben met cultuur, borrelen juist in die bètawoestijn regelmatig ideeën bij me op. Het is een inspiratiebron.”
De gedichten die Jan Kortsmit als Dichter bij de Zee maakt, zullen ook verschijnen in De Vlissingse Bode.


1 opmerking:

  1. Eindelijk weer eens een echte volksdichter.
    Vlissingen is een stad van no nonsense en daar past iemand bij die de klank van stad doet klinken zoals de stad ook in het echt klinkt. Rauw
    maar met een warm hart.

    BeantwoordenVerwijderen