NoodkreetOp een kale vlakteGegeseld door de windStaan wij al maanden in de kouTe wachten op een vrindZelfs de meeuwen negeren onsZe vliegen krijsend voorbijTerwijl in goede tijdenZe nooit weken van ons zijWie licht onze klepWie vult onze buikenWie voedt ons met zijn overvloedWie wil ons gebruikenScheiden hoeft nietGooi maar inBlik, plastic, papierEen volle pamper hiérGeef ons leven zin
Een paar dagen na dit gedicht kwam het toch nog goed in Vlissingen qua zomerse waarden...
BeantwoordenVerwijderenWalter