De
stad is kil, de pleinen leeg
Ze
is je ongenegen
En
als je op de fiets stapt
Heb
je altijd windje tegen
Winkeliers
gaan op de fles
Halve
straten staan te koop
Alleen
de voedselbank breidt uit
Junkies
hosselen voor dope
Bestuurders
met grootheidswaan
Roeren
in eigen stront
Met
230 miljoen schuld
Zit
Vlissingen aan de grond
Mopperen
kunnen we hier goed
Om
onszelf op te beuren
Maar
als iemand van bĂșiten moppert
Moet-
ie niet zo zeuren
Maar..….misschien.….wellicht…..
Bent
u liefhebber van schepen
Van
vlugge luchten, zee en strand
Trekt
u graag figuren
In
steeds weer maagd’lijk zand
Geniet
u van tij en stroming
Spelend
met Zeeuws licht
Van
stoeien in de branding
Van
wind, vol in’t gezicht
Kom
dan naar mijn stad
Waar
in een geur van wier en zout
De
mooiste kust van ’t land
Zich
aan u ontvouwt